Begin met de asperges te schillen. Sandra gebruikt hiervoor een dunschiller. Je vertrekt onder het kopje en schilt zo naar de voet. Snijd de voet ook van de asperge.
Breng 1 liter kippenbouillon aan de kook. Voeg hieraan de aspergeschillen en de aspergevoeten aan toe. Laat een paar minuten mee koken onder deksel.
Smelt ondertussen ghee in een soeppot met dikke bodem.
Snijd de ui fijn en stoof glazig aan in de ghee.
Giet de kippenbouillon door een zeef: de aspergeschillen en aspergevoeten hebben hun werk gedaan.
Snijd de geschilde asperges in kleine stukken en voeg toe. Houd de topjes apart en bak in een pan met wat ghee, peper en rotszout. Laat de soep ondertussen een kwartiertje sudderen.
Sandra voegt enkele muntblaadjes toe. Staat in je tuin zoals in mijn moeders tuin citroenmelisse? Dan kan je die nu oogsten. Veel lekkerder dan munt in deze soep vind ik. Ook lekker is nu wat zeste van citroen in je soep raspen zoals Sandra dan weer doet. Pureer alles met een staafmixer.
Maak een papje met wat soep en de tapiocabloem. Roer door de soep, breng aan de kook en laat minstens 1 minuutje doorkoken zodat de soep wat zal binden. Wil je een dikkere soep, herhaal dan deze stap met meer tapiocabloem.
Sandra serveert haar aspergesoep met gerookte forel en de gebakken aspergepunten. Wij serveren dus met gerookte ham.